Er is een verschil tussen iemand zien… en hem voelen.
Je weet het misschien niet van me. Misschien zie ik eruit als een keurige vrouw, als ik daar loop met m’n nette jas, m’n boodschappentas en mijn glimlach die zegt: ‘alles onder controle’. Misschien zie je me in de rij bij de kassa, of als ik langsfiets. Misschien zie je me als de vrouw die altijd haar haar netjes heeft, die beleefd groet, die je nooit associeert met wat ik je nu ga vertellen.
Ik dacht eerst dat ze een grap was. Te mooi, te geil. Maar haar pik was echt. Hard. Zwaar. Warm. Ze trok me achterover op bed en neukte me zoals ik nog nooit ben genomen.
Maar ik weet wat jij ook weet.
Iedereen heeft iets wat hij verzwijgt.
En dit is wat ik verzwijg.
Het gebouw ligt op een plek waar niemand komt. Een industriewijk aan de rand van de stad. Stil, betonnen straten, verlaten loodsen. Geen reclame, geen bordje. Alleen een metalen deur met een codepaneel. Zilver, verweerd.
Ik kwam er via een man. Geen minnaar. Gewoon een man die ooit zó naar me keek tijdens een borrel, dat ik er ’s nachts wakker van werd. Hij fluisterde alleen een adres. Een dag. Een tijd.
Ik ging. Natuurlijk ging ik.
Binnen rook het naar leer en warmte. Niet klinisch. Niet ordinair. Meer… intiem. Alsof het gebouw zelf wist dat het z’n geheimen moest bewaren.
De vrouw bij de balie gaf me geen naam. Alleen een knik. Ze gaf me een sleutel, een pasje, en zei zacht: “Eerste deur links, achterin. U bepaalt zelf wanneer u begint.”
Ze keek me niet aan. Ze hoefde het ook niet.
Ze zag aan mijn ogen waarom ik hier was.
Het was geen hokje. Geen cabine. Het was… een kamer. Breed. Donker. Zacht verlicht met wandlampen die gloeiden als nachtlampjes in een luxe hotel.
In het midden: een wand. Hoog, dik, perfect afgewerkt. Vier ronde openingen. Twee op hoofdhoogte. Eén iets lager. Eén op kniehoogte.
En voor de wand: een tapijt. Zacht. Diepgrijs. Uitnodigend. Aan de muur hingen haken, doekjes, een fles glijmiddel, een grote rode knop met “exit” erop – voor wie niet durfde.
Ik deed mijn jas uit. Liet hem over de stoel glijden. Onder mijn jurk droeg ik niets. Geen slip. Geen beha. Alleen mezelf. Rillend, warm, nieuwsgierig. Mijn borsten strak. Mijn huid gespannen van verwachting.
Ik knielde voor de wand.
En ik wachtte.
Het begon met geluid. Schuivende voetstappen aan de andere kant. Even geen adem, dan plotseling wel. Dan stilte. Dan — daar was hij.
Een lul.
Langzaam naar voren glijdend door het gat, alsof hij werd gestuurd door een onzichtbare kracht.
Hij was half hard. Warm. De huid strak. Zacht licht glansde over de aders. Hij bewoog licht. Wachtte.
Ik raakte hem niet meteen aan. Ik keek. Mijn adem werd dieper. Mijn mond werd warm van binnen.
Ik bracht mijn gezicht dichterbij. De geur was mannelijk. Aards. Echt.
En toen liet ik mijn tong zachtjes over de eikel glijden.
Hij reageerde meteen. Pulseerde. Groeide.
Een trage, zinnelijke groei.
Ik liet mijn lippen eromheen glijden. Eerst zacht. Dan voller. Mijn speeksel gleed naar beneden. Mijn vingers klemden zich in het tapijt. Ik wilde hem voelen. Tot diep. Tot mijn keel hem kende.
Hij bewoog. Voorzichtig. Onder controle. Alsof hij me eerst wilde proeven, wilde voelen, wilde verkennen.
Geen woorden.
Alleen ritme.
Alleen het geluid van zuigen, ademen, bewegen.
Ik verloor mezelf. In het tempo. In de anonimiteit. In het feit dat hij alleen mijn mond kende — niet mijn naam, niet mijn gezicht.
En ik vond dat heerlijk.
Toen hij zich langzaam terugtrok, bleef ik voorover gebogen zitten. Mijn lippen glanzend. Mijn kut kloppend.
En ik voelde het al: de tweede.
Een andere geur. Ander vlees. Zwaarder. Groter. Hij duwde zichzelf naar voren met meer urgentie.
Ik was klaar.
Ik pakte hem direct met beide handen. Mijn duimen gleden over zijn eikel. Ik likte hem nat. Zacht in het begin. Toen steeds dieper.
Deze man hield van kracht. Zijn bewegingen waren vastberaden. Ik voelde zijn ballen tegen de wand slaan als hij dieper in mijn keel gleed. Mijn ogen traanden. Ik gaf geen krimp.
Ik wilde dat hij wist dat hij alles mocht nemen.
Ik ving mezelf met mijn linkerhand. Mijn vinger gleed over mijn clit. Nat. Overgevoelig. Alles brandde.
En toen hij explodeerde — diep in mijn mond, met een rauwe grom — voelde ik mezelf komen. Trillend. Grommend. Mijn vingers glibberden in mijn eigen sappen terwijl ik slikte. Alles. Zonder pauze.
Hij bleef nog even. Stil. Ademend. Toen verdween hij.
Alsof hij er nooit was geweest.
Ik stond op. Mijn benen trilden. Mijn tepels prikten. Ik wilde… méér. Ik draaide me om.
En schrok.
In de deuropening stond een vrouw.
Midden dertig, strak in het leer. Zwart haar in een knot. Rode lippen.
Ze glimlachte.
“Ik zag dat kamer zeven bezet was,” zei ze kalm.
“Ik kom alleen kijken.”
Ik knikte. Mijn hart bonsde.
Ze stapte binnen, sloot de deur.
En bleef staan.
Toen, zonder een woord, knielde ze naast me.
Een derde lul verscheen in het midden.
Ze keek me aan.
“Jij links. Ik rechts?”
Ik knikte.
En daar zaten we. Twee vrouwen. Op tapijt. In stilte. Onze lippen gesloten rond vlees dat ons niet kende. We likten, zogen, wisselden van plek. Soms raakten onze tongen elkaar op dezelfde eikel. Geen jaloezie. Alleen een gedeeld verlangen.
Ik voelde haar vingers op mijn dij. Zacht. Wrijvend.
Ze gleed naar mijn kut.
Ik liet haar.
Haar vingers vonden mijn klit. Haar lippen hadden een lul in haar mond. Haar hand bewoog ritmisch tussen mijn benen.
Ik kreunde.
De man kwam.
In haar mond. Ze slikte. Veegde haar lippen af en zei:
“Volgende keer pak jij hem weer.”
Ik liep naar buiten alsof ik uit een droom kwam. De lucht was koel. Mijn huid plakkerig. Mijn benen dof.
Op straat keek niemand me aan.
Niemand wist.
Niemand zag.
Maar ik zag mezelf.
In de spiegel later, thuis.
Mijn lippen gezwollen.
Mijn ogen glanzend.
Ik wist dat ik terug zou gaan.
Misschien vrijdag. Misschien volgende maand.
Misschien alleen.
Misschien weer met haar.
Maar ik wist het zeker:
Er is geen gezicht nodig om je volledig gezien te voelen.