Sophie werkte haar laatste uren in het warenhuisâŻââŻhet was 23âŻdecember en buiten stormde de winterwind. Binnen hing een zachte, kunstmatige gloed van kerstverlichting: twinkelende slingers over gangpaden, belletjes in de etalages en de geur van glĂźhwein van het popâupâŻkioskje in de hoek.
Ze liep langzaam langs de rekken vol feestjurken, satijn in rood en smaragd, glanzend als vogelveren. Haar tijdelijke job bestond uit klanten helpen en âhet feestgevoel bewarenâ, zoals haar manager het noemde. Maar Sophie voelde vooral de leegte: de meeste mensen waren al naar huis, de cameraâs telden bewegingen, niet geluiden.
Toen hoorde ze iets achter zich: een zacht âtikâ van hak op vloer. Ze draaide zich om. Een statige vrouw stond stil in de verlichting, haar blik gefocused op een zwarte feestjurk met pailletten. De vrouw had stoppenâhaar rode wangen, alsof ze net de kou betrad, en haar ogen ontmoetten die van Sophie.
Sophie glimlachte voorzichtig. âKan ik helpen?â vroeg ze zacht.
âMisschien,â zei de klantâŻââŻze klonk vervaagd in de verlichting. âIk zoek iets bijzonders.â
Sophie knikte. âWie zet u in de spotlight?â
De klant keek opnieuw naar de jurk. âNiet de jurk. Iets⌠anders.â
Sophie voelde haar adem haperen. Haar handen raakten de hanger van de jurk, haar vingertoppen koesterden de stof. De klant stapte achter Sophie. âBreng me naar het paskamervak,â zei ze.
Sophie knikte en leidde haar door de gang naar het pashokje aan het eind van de rij.
Achter hen speelde het zachte gezoem van verlichting en een kerstspot die op een mannequin flitste.
De klant bleef stil. Sophie voelde haar aanwezigheid als gewicht.
âHier,â zei Sophie. âKamerâŻ12. Als u wilt, open ik de deur voor u.â
Ze deed het. De klant stapte binnen, sloot bijna de gordijnen. Sophie bleef half in het portaal staan.
âWilt u wat hulp?â vroeg ze, meer uit gewoonte dan verwachting.
De klant keek haar strak aan. âJa. Wilt u binnenkomen?â
Sophie slikte. Haar hart tikte in haar keel. Ze nam een kleine stap naar voren, keek naar het gordijn dat zachtjes bewoog door de aircoâlucht.
Binnen was het schemeriger. De verlichting was warmer, geen kerstgloed meer maar zacht schijnend licht van een wandlamp. De geur hier was andersâŻââŻminder synthetisch, meer hout en stof. De hangers met jurken stonden dicht op elkaar, alsof elk een geheim droeg.
Sophie hield de deur open en staarde naar de klant: haar silhouet tegen de gordijnen van licht. âZal ik een stoel halen?â vroeg ze.
De klant knikte. Sophie liep het hokje uit, draaide zich om en zette zacht de deur op een kier. Ze keek naar de gangâŻââŻde belletjes boven knipperden, maar verder geen beweging. Ze hoorde haar eigen adem, zag haar schoenen op het tapijt.
Toen sloot ze de deur zacht en ging binnen.
De klant had de jurk losjes om haar arm hangen. âIk wil u iets laten voelen,â zei ze.
Sophie knikte. âVertel me wat.â
De klant gaf haar de jurk. âRaak de stof,â zei ze. Sophie liet een hand over de satijn glijden, voelde de gladheid, de kou van de hanger. âGoed,â fluisterde de klant. âEn nu⌠draag âm.â
Sophie haalde diep adem en trok de jurk uit zijn hanger. Haar vingers troffen de schouderband, het subtiele glijden van pailletten. Ze tilde de jurk op. âZal ikâŚâ begon ze, maar de klant schudde haar hoofd. âIk wil u niet helpen. Ik wil dat u besluit.â
Sophie stond voor de spiegel. Haar reflectie was half belicht. De jurk hing tussen haar hand en lichaam. Haar adem veranderde. De klant vervolgde: âStel âm voor. Pas âm aan. Neem ruimte. Laat zien dat u weet wat functie is.â
Sophie keek in de spiegel, haar hals enigszins bloot, de jurk in haar hand. Ze legde hem langs haar zij, voelde het gewicht, voelde haar eigen huid reageren.
De klant kwam dichterâŻââŻhaar parfum vulde de ruimte: wierook, hout, een vleugje kaneel. âDoe hem aan,â zei ze. âEn sluit de gordijnen.â
Sophie gehoorzaamde. De gordijnen vielen dicht.
Nu zaten ze alleen in het hokje, afgesloten van de rest. De belletjes buiten dreunden in haar gehoor, maar hier binnen was enkel stilte plus de stof tegen haar huid.
Je hebt het verhaal nog niet uit, maar ik moet dit kwijt: op deze site zoeken vrouwen echt naar one night stands. Geen fakes, geen tijdverspillers. Gewoon seks.
Sophie trok de jurk aan. Eerst over haar schouders. De stof gleed langs haar armen. De klant stapte om haar heen, bekeek haar vanuit de spiegel. Geen woord. Sophie voelde zichtlijn, huidlijn, grenslijn.
Toen fluisterde de klant: âDraai.â
Sophie deed het. Haar rug naar de spiegel. De klant kwam achter haar, legde een hand op haar onderrugâŻââŻlicht. Niet leidend. Aanwezig.
Sophie voelde hoe haar huid reageerde. Haar adem werd zachter.
De klant stond voor haar, hun gezichten slechts inches verwijderd. âZo,â zei de klant. âNu voel je. Niet omdat de jurk iets is. Maar omdat u iets bent geworden.â
Sophie staarde naar de spiegel. Ze zag zichzelf in de jurk. En iets daarvan droeg haarâŻââŻniet gewoon de stof, maar het moment.
De klant streek de jurk glad over Sophieâs zij. âJe lichaam is ruimte. Laat het zijn waar de jurk woont.â
Sophie knikte, sloot haar ogen even, voelde haar voeten op het kleed, haar haar langs haar hals vallen.
De klant nam een stap terug. Haalde een klein lint uit haar tas â goudkleurig â en hield het voor zich. âWil je het lint dragen? Dan geef je iets weg. Je ruimte. Je gewoonte. Je comfort.â
Sophie keek naar het lint. Haar vingers staken uit naar contact.
âJa,â zei ze zacht.
De klant knoopte het lint om Sophieâs pols. Strak genoeg om te merken. Niet strak genoeg om te hinderen. âHerinnering,â zei de klant. âGeen ketting. Een keuze.â
Sophie bekeek haar hand. Het lint glansde. De spiegel liet het zien. De jurk, haar huid, het lint.
De klant keek haar aan. âJe besluit aan te blijven â in de functie van gezien worden. Of terug te keren naar de wereld buiten.â
Sophie nam een moment. Haar ogen gleden naar het gordijntje. Ze luisterde. Haar adem. Haar bloed.
âIk blijf,â zei ze.
De klant glimlachte.
De klant stapte dichter. Legde haar hand op Sophieâs borst. Niet op het hart, maar net daarboven, waar de adem zich opent.
Sophie schokte van de aanraking. Niet door kracht. Door precisie.
De klant fluisterde: âVoel hoe je huid antwoordt.â
Sophie deed het. Haar hand drukte zacht tegen haar zij. Ze voelde de warmte van haar eigen lichaam, de hergroei van huid die openstaat.
De klant haalde haar glas op. Proostte zonder geluidâŻââŻhun lippen raakten. Een zachte aanraking.
Geen haast. Geen chaos. Alleen zicht en gevoel.
Na een tijdâŻââŻhoe lang wist Sophie nietâŻââŻopende de klant de gordijnen. De buitenwereld kwam terug: belletjes, voetstappen, de geur van sneeuw tegen glas.
Sophie keek buiten, zag de kerstverlichting door de ruiten fonkelen.
De klant zei: âDeze avond is geen overwinning. Het is een herinnering aan wat je verdiende.â
Sophie keek naar haar spiegelbeeld. Ze zag de jurk, het lint, haar huid. Ze zag zichzelf.
Ze nam diepe adem. âDank u.â
De klant knikte. âTot volgend jaar,â zei ze.
Ze ging weg. De deur viel stil dicht.
Sophie bleef nog even in het pashokje staan. Haar hand gleed over de jurk. Ze voelde de stof, zag haar halslijn, de manier waarop haar adem het kleine lint deed trillen.
Ze kleedde zich aan. Elk kledingstuk voelde anders. Haar normale jas, haar sjaal. Ze stapte buiten. De sneeuwdrift omarmde haar. De verlichting boven smeedde lichtlijnen over de straatstenen.
Ze liep naar de uitgang. Stond stil. Haalde haar telefoon uit de zak. Ze keek niet op berichten. Ze keek naar het lint om haar pols.
Ze glimlachte.
En stapte de nacht in.