NIEUW verhaal De Gangbang Slet: Mijn Vrouw als Nachtelijke Slet

Oudejaarsnacht in de Chocoladefabriek

4 min. leestijd 4 weergaven 0 lezers vinden dit leuk 0 comments

Dit is een rauw, zintuiglijk en realistisch verhaal over controle, verlangen en een onverwachte machtsverschuiving tussen een leidinggevende en een stagiaire tijdens oudejaarsnacht.

De stilte na sluiting

De machines vielen stil net na 22:30 uur. Het gezoem, het kloppen, het geurige fluisteren van smeltend cacaoboter – alles werd abrupt onderbroken. In de grote hal van chocoladevormen en gietmachines hing nu een ijle stilte, enkel doorbroken door de nagalm van mechaniek dat nazindert.

Even serieus: als je houdt van jonge meiden die op zoek zijn naar sugar daddies… check dan deze site. Sommigen zijn pas net 21 en willen maar één ding: ervaren mannen.

Spreek af met LisaZoet21

Karim bleef achter. Hij was productiemanager, een man van routine en controle, gewend aan verandering enkel via schema’s. Hij sloot de laatste deur van de verpakkingsafdeling. Het fluorescent licht werd gedimd naar een zacht amber. De geur van warme chocolade bleef. Rond hem stonden palletten met gebroken repen, onafgewerkte stukken, ruwe randen van chocolade die glansden in het schemerlicht.

Hij veegde zijn handen af aan zijn jas. Buiten was het stil. Binnen leek de tijd een wachtkamer geworden.

Toen hoorde hij voetstappen op de catwalk boven. Hij keek op – en zag haar. Lotte, de stagiaire. Ze stond in de deuropening, haar silhouet nabootsend van licht en schaduw. Ze droeg de standaard fabrieksoverall, maar hij zag onder de mouwen blote armen. Haar haar licht gesluierd, haar houding strak. Haar blik: afwachting.

“Ben jij er nog?” vroeg hij zacht.

Ze stapte naar binnen. “Ik wilde afsluiten,” zei ze. “Ik… ik wilde niet vertrekken zonder dat dit af was.”

Karim zag een rilling in haar schouder. Niet van kou – van vastberadenheid. Hij knikte. “Loop mee naar de koffiehoek,” zei hij. “We wachten de klok af.”

Koffie tussen machines

Ze liepen langs rijen stille machines, koude leidingen, nog glimmende vormen. In de kantine was het donker, enkel een kleine machine die warme dranken maakte. Hij zette twee bekers koffie. Zwart. Heet.

Ze nam een slok. Haar lippen openden zich net genoeg – de damp walmde. Ze kneep haar ogen. Hij keek haar aan in het pis-tros licht.

“Waarom blijf je?” vroeg hij.

Ze keek hem aan. “Omdat ik wil dat dit jaar eindigt zoals het begon — onbeslist. Omdat ik wil weten wat er gebeurt als de controle verschuift.”

Karim voelde iets in zijn borst bewegen. Hij keek naar haar handen, langs haar polsen. Hij zag de spanning van elke ader. “Als je wil… dit blijft tussen ons.”

Ze glimlachte flauw. “Dat hoop ik ook.”

De uitnodiging in aanraking

Hij bracht haar terug naar de productievloer, naar een afgesloten ruimte – de temperrijpkamer, waar de temperatuur constant werd gehouden op 18 °C – koel maar niet koud. De geur van cacao was intenser hier, wilder. In de hoek lag een mat van rubber.

Hij sloot de deur. De isolatie maakte elk zacht geluid versterkt. Ze hoorden hun adem.

Hij liep op haar af. Niet langzaam. Niet snel. Vastberaden.

Zijn hand gleed over haar wang — zacht. Haar huid reageerde met een rilling. Hij boog zich over haar en streek haar lippen met de zij van zijn hand. Hij fluisterde: “Je bent hier. Je bent echt.”

Ze sloot haar ogen. Haar adem versnelde. Haar borstkas gleed op en neer.

Zijn hand sleurde zacht een deel van haar hair over haar oor, streek langs haar nek. Hij liet zijn knokkels licht de huid aanraken – alsof hij teder meet.

Ze kon het niet tegenhouden – haar hand gleed naar zijn borst, voelde de stevige weefsel van zijn overhemd.

Het spel van controle

Karim duwde haar zacht tegen de muur van de temperrijpkamer, de koele wand achter haar. De koude contrasteerde met hun huidverwachting.

Hij keek haar aan. Haar adem stond in haar keel. Hij zei: “Kies: controle of geven.”

Ze ademde in – gaf.

Hij liet haar gaan. Hij gaf haar ruimte. Ze stapte een stap naar voren, bewoog. Een uitdaging.

Hij pakte haar polsen — niet om te vangen, maar om te leiden. Hij leidde haar naar de mat. Hij hielp haar liggen.

Ze keek naar hem – geen angst. Verwachting.

Hij boog zich. Zijn hand streek haar rug – langs schouderbladen, lage rug, heupen.

Ze gaf zich over. Niet passief. Niet vraagt — maar ontvankelijk.

De uren voor middernacht

Ze bleven bewegen. Niet zoals je verwacht bij passie, maar als twee lijven die elkaar leren opnieuw lezen. Elke aanraking bedachtzaam. Elke pauze geladen.

Tussen hen: ademhalingspauzes. Momenten waarin de machines buiten leken te ademen.

Hij legde zijn voorhoofd op haar schouder, zijn armen hielden haar vast zonder dwang. Zij legde haar hand op zijn borst. Hun lichamen deelden élke puls.

Toen was het 23:45. De klok tikt nog.

Ze wilden elkaar en ook afstand. Hij trok zich iets terug. Zocht haar ogen.

Hij fluisterde: “Wil je dat ik verder ga?”

Ze slikte. “Ja,” zei ze zacht.

Hij boog zich weer. Hun huid werd wakker.

Hij bracht zijn lippen naar haar dijen, zijn handen over haar ribben. Hij weefde ritmes. Zij volgde. Geen woorden. Geen tijd.

Middernacht – de uitbarsting binnenin

Toen de klok 00:00 sloeg, voelde ze het. Geen knal. Geen vuurwerk. Maar iets in haar brak open. Een stilte in zijn beweging.

Ze trok hem omhoog, hun lichamen tegen elkaar. Hun lippen vonden elkaar – definitief, zacht, heftig.

Geen haast. Geen ontsnapping. Alleen de fluistering van welkome verlichting.

De geur van cacao, de smaak van koffie in hun lippen, hun lichamen nat van verlangen – alles klopte in dat moment.

Hij fluisterde: “Gelukkig nieuwjaar.”

Ze fluisterde terug: “Dank je.”

Nasleep – de nieuwe dag

Toen de ochtend kwam was de fabriek weer ruw. Ganzen kinderen begonnen te arriveren, bestelwagens rolden aan. Maar in de temperrijpkamer bleef stilte.

Karim en Lotte stonden op. Ze keken elkaar aan. Hun huid glansde. Hun lichamen waren anders.

Hij trok zijn overhemd recht. Zij streek haar haar achter haar oor.

Ze liepen samen naar de productiehal, de geur van chocolade in hun neus. Het licht was veranderd. Het daglicht afgebroken door ramen die vroren aan de randen.

Hij legde zijn hand op haar schouder — geen titel, geen bevel — enkel contact. Ze keek hem aan. Er was erkenning. Er was aanwezigheid.

Die oudejaarsnacht had hen iets gegeven dat geen klok kan meten.

En iets dat geen routine kan doven.

Vond jij dit verhaal ook leuk?

Ja, goed verhaal!

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *